Voor de Zelfstandigenaftrek bestaat geen economische ratio. Daarom kan hij maar beter worden afgeschaft, vindt het Centraal Planbureau. Een terechte conclusie? Wel voor wie de redenering volgt en alleen kijkt naar het effect van de Zelfstandigenaftrek op innovatie, werkgelegenheid en winst. Niet voor wie verder kijkt dan zijn neus lang is en uitgaat van de werkelijke, ruimere bedoelingen van de regeling.
Zelfstandigen houden van een verdiende euro 15 tot 25 cent meer over dan werknemers. Door de Zelfstandigenaftrek (7.280 euro per jaar) en de MKB-winstvrijstelling betalen zij minder inkomstenbelasting dan mensen in loondienst. Het CBS stelde zichzelf de vraag of dat verschil te rechtvaardigen is – op economische gronden. Daniel van Vuuren, programmaleider publieke financiën, zocht het uit en schreef er een “Policy Brief” over, getiteld De fiscale behandeling van zelfstandigen: een kritische blik
Het CPB stuurde op 8 augustus een samenvatting van het onderzoek de wereld in. Midden in de komkommertijd, dus de media (voor zover niet aan het strand) reageerden prompt. Kijk die zelfstandigen eens snoepen uit de staatsruif, was de suggestie. En wat doen ze ervoor terug? Niets. Afschaffen dus!
Verkeerde redenen
Waar het CPB vooral over valt, is dat alle zelfstandigen (of preciezer: IB-ondernemers) van de Zelfstandigenaftrek gebruik kunnen maken. Zij hoeven slechts als zelfstandige een beroep of bedrijf uit te oefenen en (in elk geval nog in 2012 en 2013) te voldoen aan het urencriterium. Verder worden er geen eisen gesteld. Dat is raar, vindt het CPB, want waar blijf je dan als overheid met je beleid om innovatie en werkgelegenheid te bevorderen? De generieke Zelfstandigenaftrek leidt er in de ogen van het CPB alleen maar toe dat mensen om de verkeerde redenen voor het ondernemerschap kiezen: om minder belasting te hoeven betalen in plaats van omdat het ondernemen hen in het bloed zit.
Het CPB pleit dan ook voor omvorming van de generieke Zelfstandigenaftrek naar een specifieke aftrek voor onder meer langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten, werkzoekende ouderen en laagproductieven. Groepen voor wie volgens het CPB zelfstandig ondernemerschap vaak de enige weg is naar de arbeidsmarkt. Voor wie niet zwak, ziek of misselijk is moet het verschil tussen het gemiddelde belastingtarief voor zelfstandigen en dat voor werknemers juist worden verkleind. Want daardoor wordt hun keuze voor het zelfstandig ondernemerschap meer gedreven door ondernemingszin en -talent en minder door fiscale prikkels.
Anders dan de Zelfstandigenaftrek kan de MKB-winstvrijstelling wel genade vinden in de ogen van het CPB. Deze belastingvrijstelling werkt als een verlaging van het marginale belastingtarief voor zelfstandigen. Een belangrijk effect van deze faciliteit is dat de keuze van rechtsvorm van ondernemingen wordt gedreven door economische motieven in plaats van door belastingontwijking. Bovendien worden zelfstandigen aangemoedigd om meer (fiscale) winst te maken.
Onderzoek met handicaps
Een onderzoek waar voor zelfstandigen vervelende conclusies uit voortkomen en dat meteen door de media wordt omarmd, daar moet haast wel iets mee mis zijn. Negen van de tien keer zit hem dat in de aannames van de onderzoekers en in de daaruit voortkomende beperkingen van de vraagstelling en de methoden. Bij lezing van het volledige onderzoekrapport blijkt ook dit een onderzoek met van die handicaps te zijn. In twee opzichten.
- De eerste belangrijkste beperking van het CPB-onderzoek is dat het alleen kijkt naar de Zelfstandigenaftrek. Het totale inkomensplaatje van de zelfstandige ondernemer komt niet in beeld. Net zo min als specifieke belastingfaciliteiten voor werknemers in beeld komen. Laat staan hun totale inkomensplaatje. Daardoor zien we wel iets, maar weten we niet wat we zien.
- De tweede belangrijke beperking is dat het CPB alleen kijkt naar wat het noemt de economische efficiëntie van de Zelfstandigenaftrek. En dat die wordt gedefinieerd als: de bijdrage die de Zelfstandigenaftrek levert aan het stimuleren van innovatie en werkgelegenheid. Daarbij gaat het CPB voorbij aan het werkelijke doel van de Zelfstandigenaftrek, dat deels anders en deels breder is.
Iedere ondernemer creëert minstens één baan
Van oorsprong is de Zelfstandigenaftrek bedoeld om zelfstandige ondernemers te belonen voor het feit dat zij – in plaats van in loondienst te blijven hangen of in een uitkering – in elk geval minstens één baan creëren, namelijk die voor zichzelf.
In eerste aanleg was de zelfstandigenaftrek een bescheiden bedrag van enkele duizenden euro’s. In het kader van de belastingvereenvoudiging werd dat bedrag begin deze eeuw verhoogd: allerlei aftrekposten voor ondernemers werden geschrapt (zoals de aftrek voor werkruimte in een koopwoning). In ruil daarvoor is de Zelfstandigenaftrek opgetrokken naar het huidige niveau.
Voor zover de Zelfstandigenaftrek een beleidsmaatregel was om de werkgelegenheid te bevorderen, heeft die prima gewerkt en doet hij dat nog steeds. De stijging over de afgelopen tien jaar van het aantal zelfstandige ondernemers is daar mede door te verklaren. Ik zie niet in wat daar verkeerd aan is. Hadden bijvoorbeeld al die prima mensen die de laatste jaren door de crisis hun baan kwijtraakten dan maar van de bijstand moeten blijven trekken? Laten we liever blij zijn dat zij zichzelf aan zinvol werk hebben geholpen in plaats van een aanslag te plegen op hun besteedbaar inkomen.
Aftrekposten
Voor zover de Zelfstandigenaftrek bedoeld was om ondernemers fiscaal te compenseren voor het schrappen van allerlei kleinere aftrekposten, is er alle reden om hem in enigerlei vorm te handhaven. Hetzij zoals hij is, hetzij als vaste voet in de MKB-winstvrijstelling. Of we moeten die oude aftrekposten weer in ere herstellen, maar daar is de Belastingdienst al lang niet meer op ingesteld.
Hopelijk is straks het nieuwe kabinet verstandiger dan het CPB en maakt het zijn eigen afweging, rekening houdend met alle factoren die van belang zijn.