Volgens het CBS is het aantal zelfstandigen* de afgelopen tien jaar gestegen met 210.000. Die groei komt helemaal voor rekening van de stijging van het aantal zelfstandigen zonder werknemers. Dat aantal is gestegen van 519.000 naar 728.000. Terwijl het aantal zelfstandigen met werknemers na een kleine stijging gedurende de eerste vijf jaar, de laatste vijf jaar is afgenomen. En toevalligerwijze zowel bij de meting in 2002 als in 2011 bestond uit 349.000 zelfstandigen.
*Onder zelfstandigen verstaat het CBS:
personen met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de mensen in een bedrijf van een echtpaar en zoon of dochter (wat onder andere in de agrarische sector, detailhandel en horeca veel voorkomt), worden gezien als drie zelfstandigen en niet als een bedrijf met 1 tot 5 medewerkers. Het aantal zelfstandigen in deze tabellen is dus hoger dan het daadwerkelijke aantal mensen dat onderneemt als de veelbesproken zzp’er.
Vraag is of de veelbesproken 1 miljoen zzp’ers er ooit komen
Deze cijfers bewijzen ook weer eens dat het vaak genoemde aantal van 1 miljoen z(z)p’ers bij een blijvende groei van het aantal zelfstandig ondernemers met 20.000 per jaar op zijn vroegst in 2025 bereikt zal worden. De laatste drie jaar bedroeg die groei echter gemiddeld (slechts) 13.000 per jaar. En de eerste maanden van 2012 zijn er volgens de Kamer van Koophandel zelfs minder ondernemers gestart dan er zijn gestopt. De vraag is dus of dat aantal überhaupt gehaald gaat worden.
Het volledige bericht over de groei van het aantal zelfstandigen is te lezen in het webmagazine van het CBS.