Aantal zelfstandigen weer gestegen, maar daar is echt weinig groens aan

Vorige week publiceerde de Kamer van Koophandel haar halfjaarlijkse cijfers over het aantal startende en stoppende ondernemers in Nederland. Verdeeld over de provincies en over bedrijven met 1 ‘werkzame persoon’ en meerdere ‘werkzame personen’ in een aantal branches. Ze deden er een stukje tekst bij over hun statistieken en ‘de pers’ vergat weer eens zelf na te denken. De groene zeperds die zij maakten staan onderaan dit artikel.

De algemene cijfers

Laat ik beginnen met melden dat de Kamer van Koophandel binnen 2 dagen na 30 juni de in- en uitschrijfcijfers van het handelsregister over het eerste halfjaar publiceerde. Aan die snelheid kunnen heel wat overheidsorganisaties een voorbeeld nemen. En de staatjes met cijfers die ze publiceerden waren ook vrij duidelijk.

Fijn (rechtsonder) te lezen dat er minder faillietverklaringen waren. En (linksonder) de bevestiging van het langjarige beeld dat de groei van het aantal starters en stoppers redelijk gelijk is. Alleen jammer dat in de onderste staatjes slechts 2 halfjaren met elkaar worden vergeleken en niet bijvoorbeeld alle 1e halfjaren vanaf 2010. Want pas dan kun je trends echt zien.

Het aandeel parttimers blijft stijgen

Wat ik vooral jammer vind is dat de KvK de parttime ondernemers niet heeft meegenomen in het lijstje (linksboven). De groei van dat aantal illustreert namelijk de trend dat steeds meer mensen een eigen bedrijf combineren met andere activiteiten zoals een baan, een studie en/of een zorgtaak. Onderstaand staatje komt uit de kvk-cijfers over 2014 en toont dat eind 2014 24% van alle ingeschreven bedrijven van een parttime ondernemer was. En minder dan 1% van alle bedrijven een ‘grootbedrijf’.

Als we de cijfers over parttimers in het eerst halfjaar van 2015 even optellen en aftrekken is het volgende te zien:

• Starters: 98.744 – 61.656 – 10.744 = 26.344 (niemand start meteen in het grootbedrijf)
• Stoppers: 59.067 – 33.361 – 11.189 = 14.517 – hooguit 25 grote bedrijven = 14.492
• Starters minus stoppers = 11.852 : 39.677 (de totale groei in het groen) = 29,8%
• En dus mag je stellen:
  

  29,8% van de netto groei van het aantal ondernemers in Nederland komt voor rekening van parttime starters

En dan de ‘groene’ zeperds van ‘de pers’

De Kamer van Koophandel zette – zoals gebruikelijk – ook weer de starters in de verschillende sectoren naast elkaar. In een tabelletje. Zonder verdere analyse van die cijfers, want dat is hun (wettelijke) taak niet.

Als je naar het percentage kijkt zit de grootste stijging bij de ‘groene’ bedrijven. Daar zijn wel 53 bedrijven meer ingeschreven. Het zou mij niets verbazen als dat enkele tientallen particulieren zijn met een grote hoeveelheid zonnepanelen op hun dak, die is verteld dat het voor hen naast ondernemer worden voor de btw ook interessant is hun bedrijf in te schrijven bij de KvK. En dat als gevolg van de invoering van het energielabel per 1-1-2015 enkele tientallen energieadviseurs en bedrijven rondom energiebesparing extra zich hebben ingeschreven in deze categorie.

Als je even de absolute aantallen vergelijkt (in plaats van naar de groeipercentages te kijken) is overduidelijk in welke sectoren het aantal starters het meest groeit: vooral bij zelfstandigen in de (para)medische hoek en in de bouw.

En wat schrijven meerdere media? Die veranderen de KvK-tekst dat ‘de groene sector bijdraagt aan de enorme groei van het aantal zzp’ers in die sector’ in dat ‘de toename van het aantal zzp’ers vooral komt door de opkomst van groene energie’

De nietszeggende zin van de KvK en de veelzeggende zin in de media zijn toch echt 2 totaal verschillende dingen. Maar dat laatste is dus precies wat Z24.nl, de Gelderlander en de factcheckers van nrc.nl in hun artikelen hebben gezet.

De ‘kop’ die de kroon spant

Tot slot deze kop op nota bene ‘vaksite’ deondernemer.nl van Wegener die toch wel het verst van het oorspronkelijke bericht zit.

Hij is bijna leuk.

Bijna.

Hoewel, met de kennis van het onzingehalte in de kop is hij best lachwekkend.