Af en toe is er nieuws dat impact heeft op het leven van een grote groep mensen, maar dat op het moment waarop het wereldkundig wordt gemaakt door de media niet wordt opgepikt. Dat gebeurde de dag voor prinsjesdag 2012 weer eens. De Staatssecretaris van Financiën stuurde die dag een brief aan de Tweede Kamer waarin hij meldde dat de overheid geen gehoor geeft aan het SER-advies een eenduidige definitie van de ‘zelfstandige zonder personeel’ in de wet op te nemen. Gezien de gevolgen van die beslissing voor ondernemers besteden wij er alsnog aandacht aan.
De SER wil een aparte status voor zzp’ers
Werkgeversorganisatie VNO-NCW en de werknemersorganisatie FNV stelden in 2010 beiden een plaatsvervangende SER-zetel ter beschikking aan hun eigen zzp-organisatie en prompt bracht de SER in oktober van dat jaar een advies uit getiteld ‘Zzp’ers in beeld‘. Hoewel de SER stelt dat zzp’ers ondernemers zijn, adviseerde zij toch een aparte definitie voor zzp’ers in de wet op te nemen en deed daarvoor meteen een voorstel. Tevens sprak de SER haar zorg uit over de arbeidsrisico’s die zzp’ers lopen.
Zzp-organisaties willen al jaren sociaal beleid voor zzp’ers
De zzp-organisaties van de FNV (een van de belangrijkste partijen in de SER) pleiten al jaren voor een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering en een collectief pensioen voor zzp’ers. De politiek wilde daar tot op heden gelukkig niet aan, want zelfstandig ondernemerschap betekent juist op dat front vrijheid.
De overheid snapt dat er vele soorten ondernemers zijn
In de kamerbrief over een eenduidige zzp-definitie geeft het Ministerie van Financiën aan dat
het kabinet van mening is dat een wettelijke definitie van het begrip ondernemer en daarmee zzp’er, met dermate open normen moet worden vormgegeven dat een dergelijke definitie weinig bijdraagt aan het verduidelijken van de juridische status van de ondernemer, dan wel dat een objectieve definitie te veel abstraheert van de maatschappelijke realiteit.
De overheid gaat wel werken aan het verbeteren van de eenduidige en transparante uitleg van de begrippen ‘ondernemer’ en ‘werknemer’ in de praktijk, zodat het achterliggende doel van de SER – het reduceren van onzekerheid over de status van zzp’ers – wel wordt bereikt.
De overheid en de aanpak van schijnzelfstandigen
Een van de problemen die de SER ziet is het grote aantal vrijwillige en onvrijwillige schijnzelfstandigen dat afgelopen jaren loondienst heeft verlaten om vervolgens als zelfstandig ondernemer voor de voormalige werkgever te gaan werken. Dat leidt tot uitholling van het sociale stelsel voor werknemers. Het zou dus zomaar kunnen dat de SER wil dat er een eenduidige zzp-definitie komt zodat collectieve verzekeringen en daarmee heropname in het sociale stelsel voor deze groep dichterbij komen.
De overheid heeft besloten schijnzelfstandigheid op andere manieren aan te pakken. Ze heeft dit deels gedaan door de nieuwe instroom van schijnzelfstandigen vanuit de WW te beperken door een speciale eis op te nemen in de nieuwe Startersregeling vanuit de WW.
Sinds 1-1-2013 geldt dat bij een ww-er die eigen baas wordt én die tijdens de 26 weken van de Startersregeling voor diens voormalige werkgever aan de slag gaat, meteen de ww-uitkering wordt stopgezet.
Daarnaast werkt de Belastingdienst aan een nieuw soort Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) die ook tot doel heeft meer verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever te leggen om malafide praktijken rondom schijnzelfstandigheid moeilijker te maken.
Waarom het goed is dat er géén aparte status komt voor zzp’ers
De maatregelen die de overheid neemt om schijnzelfstandigheid tegen te gaan zijn vervelend voor de mensen die de komende tijd via afspraken met een aanstaande ex-werkgever de sprong naar het ondernemerschap willen maken.
Voor de huidige zelfstandige ondernemers betekent de keuze van de overheid, dat er geen apart beleid komt voor ondernemers zonder werknemers. Zaken als een verplichte collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers, zijn daarmee op de lange baan geschoven. De wetten en regels blijven de komende jaren gelijk voor alle soorten ondernemers.
Dat geeft ondernemers zonder werknemers eindelijk de zekerheid dat ze vrij zijn hun vangnet voor ziekte en hun oude dag ook in de toekomst naar eigen inzicht te regelen. Daarnaast geeft het ondernemers zonder werknemers die overwegen in de toekomst (parttime) werkgever te worden duidelijkheid dat die overstap geen gevolgen heeft voor hun eigen ondernemersstatus.