Op 7 februari stuurde negen organisaties een brief over een oplossing voor de Wet DBA naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Wouter Koolmees. Vanochtend kreeg Hans Biesheuvel de kans hun voorstel te delen op BNR. De 9 organisaties zijn 6 zzp-/ondernemersclubs en 3 clubs van bemiddelaars. In de brief wordt benadrukt dat er snel een werkbare kortetermijnoplossing moet komen voor de problematiek omtrent de Wet DBA en dat zij pleiten voor een toets op een aantal criteria.
De brief werd begeleid door een bijlage waarin volgens deze ‘deskundige partijen’ de kaders van een mogelijke oplossingsrichting zijn geschetst. Vooral de tekst in de bijlage verwonderde me nogal.
De oplossingsrichting van de 9 belangenbehartigers
“De hieronder aangedragen oplossingsrichtingen zijn ingegeven vanuit de breed gedragen behoefte om te komen tot enerzijds een snelle en adequate oplossing van de huidige situatie rondom de wet DBA en anderzijds een structurele invulling tot stand te brengen van de positie van de zelfstandig ondernemer middels de ondernemersovereenkomst in het B.W. …
… Rekening houdend met deze drie elementen doen wij de volgende suggesties voor de invulling van de tijdelijke oplossing.
Om volledige zekerheid vooraf te krijgen dient te worden voldaan aan de volgende criteria:
- inschrijving KvK;
- btw-nummer;
- schriftelijke overeenkomst van opdracht of van aanneming.
aanpak misbruik (voorkomen schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden) door de volgende voorwaarden te stellen:
- minimumtarief van € 18 of hoger.
- het ontslaan van een medewerker om deze vervolgens tegen een lagere vergoeding als zelfstandige in te huren wordt gezien als misbruik.
- tussen een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) en een overeenkomst van opdracht of aanneming bij hetzelfde bedrijf, dient een rustperiode te zitten (bijvoorbeeld drie maanden) om misbruik tegen te gaan.”
Opinie Ondernemersfacts
Bij het lezen van de criteria onderaan deze oplossingsrichting had ik drie gedachten.
Mijn eerste gedachte was dat ze vinden dat een zelfstandige zelf mag bepalen wanneer hij of zij als ondernemer wordt gezien door de overheid en dat hun oplossing daardoor wel erg eenzijdig is. Lees: niet vanuit de overheid gedacht. Twee van de drie beperkingen gelden alleen voor mensen die nog geen zelfstandige zijn. Die doen dus niets aan de huidige situatie waar de overheid vanaf wil. Zelfstandigen en opdrachtgevers hoeven alleen ‘aan te tonen’ dat het tarief hoger is dan €18 per uur.
De tweede gedachte is dat de 6 zelfstandigenclubs wel erg ver meegaan in het straatje van de 3 bemiddelaars. De intermediairs bemiddelen vooral voor mensen met relatief hoge uurtarieven en die willen dus dat dat lekker lang mag als zelfstandige. De payrollers en uitzenders willen dat zelfstandigen met lage uurtarieven niet meer rechtstreeks voor opdrachtgevers mogen werken. Maar dat opdrachtgevers die geen (vaste) werknemers willen ze via hen inhuren. Kassa dus over de rug van werkenden.
Mijn derde gedachte is dat ik blij ben dat de ambtenaren en adviseurs rondom Wouter Koolmees beter snappen hoe de ondernemerspraktijk werkt, dan de clubs die deze oplossingsrichting aandragen. Want met als grootste troef in de strijd tegen schijnzelfstandigheid een uur(?)tarief van minimaal €18, onderschatten ze de inventiviteit van ondernemers en hun opdrachtgevers om de randen van de wet op te zoeken.
De overheid moet fraudebestendige wetten maken
De belangrijkste taak van de overheid als wetgever is dat deze in de praktijk werkbaar zijn en dat ze zo fraudebestendig mogelijk zijn. Zodat het met de wet beoogde gedrag wordt bereikt. Bij bijvoorbeeld een maximum snelheid is dat makkelijker te toetsen en bewijzen, dan bij de manier waarop mensen hun arbeid aan opdrachtgevers verkopen. En hoewel de overgrote meerderheid van de ondernemers en opdrachtgevers de beste intenties hebben, zijn wetten er juist om gedragsregels op te stellen die kwaadwillenden geen mazen te bieden.
Elk alternatief voor de DBA waarin een grens bij een bepaald uurtarief een rol speelt, is uitlokking van fraude. Het is zó makkelijk een tariefsgrens naar je hand te zetten, dat het ongetwijfeld gaat gebeuren. De overheid kan namelijk alleen controleren wat opdrachtgever en opdrachtnemer op papier hebben gezet. Niet wat ze mondeling samen hebben afgesproken. En je kunt mondeling heel simpel afspreken hoe je op papier een voor de wet gewenst tarief hanteert.
Zal ik op mijn facturen gewoon de helft van het aantal uren zetten tegen het dubbele tarief? Of: Zullen we je tarief in het contract zetten op €20 en dat je dan 25% minder uren in rekening brengt dan je hebt gewerkt, zodat we geen gedoe krijgen?
Of je spreekt een tarief per dagdeel af, waarbij je in het contract zet dat een dagdeel 4 uur is en mondeling afspreekt dat het slechts 3 uur is. Zo kan ik nog wel even doorgaan met manieren bedenken hoe mondeling is af te spreken dat de overheid op papier bij de neus wordt genomen.
De oplossing ligt niet bij een tariefsgrens
Of de grens nu bij 15, 18 of 75 euro per uur komt te liggen, elke tariefsgrens nodigt zelfstandigen en opdrachtgevers die per se samen zaken willen doen uit, om mondeling andere afspraken te maken dan op papier. Knappe overheid die dan kwaadwillendheid of schijnzelfstandigheid kan bewijzen.
Er is al veel te lang onduidelijkheid voor werkenden over welke opdrachten wel mogen als zelfstandige en welke niet. Dat vindt iedereen. Maar de manier om die onduidelijkheid eindelijk weg te nemen moet in een andere richting worden gezocht, dan nu door de 9 clubs is aangedragen.