in

Fact: In 2014 minder startende én minder stoppende ondernemers

Jaarlijks presenteert de Kamer van Koophandel (KvK) in januari haar cijfers over de veranderingen in het aantal ingeschreven bedrijven in voorgaand jaar. Hun belangrijkste conclusie in het afgelopen week verschenen Jaaroverzicht Ondernemend Nederland 2014 is dat het totaal aantal bedrijven in Nederland is toegenomen met 5% ten opzicht van 2013. Dat is vooral het gevolg van minder faillissementen en minder opheffingen. Want – in tegenstelling tot vorig jaar – waren er ook minder startende bedrijven.

Nadat de KvK in zijn cijfers over het eerste halfjaar van 2014 al meldde dat het aantal startende ondernemers met 1,5% procent was toegenomen, blijkt die groei in het tweede halfjaar te zijn overgegaan in een krimp van 1,3% ten opzichte van 2013.

Maar gelukkig daalde eindelijk ook het aantal stoppende ondernemers en het aantal ‘faillietverklaringen’ substantieel. Dat laatste aantal in de 1e helft van 2014 al met 20% en over heel 2014 zelfs 21% ten opzichte van 2013. Alle dalingen bij elkaar zorgden ervoor dat het totaal aantal bedrijven in 2014 met 5% groeide. En doordat er vooral grotere bedrijven werden beëindigd en zelfstandig ondernemers zonder werknemers en parttime ondernemers bij kwamen, steeg dat aandeel in het totaal flink.

Horen zzp’ers niet meer bij het midden- en KLEINbedrijf?

Toen ik in het persbericht las: “Van de startende zzp’ers kiest bijna 30% voor de zakelijke dienstverlening. Bij de zzp’er staan de organisatieadviesbureaus en de bouw al jaren bovenaan als het gaat om de populairste startersactiviteiten. Bij de mkb’er is de populairste startersactiviteit het openen van een restaurant of lunchroom.” moest ik wel een beetje lachen.

Het illustreert de enorme spagaat waarin organisaties als de KvK zitten sinds de term zzp’er tot onze taal is toegetreden. Want de meeste zzp’ers en mkb’ers noemen zichzelf gewoon ondernemer en ondernemers die niet ook werkgever zijn, hoorden tot voor kort nog gewoon bij het mkb. En voor wat betreft die populaire activiteiten: advies geven en klussen kun je prima in je eentje, maar een restaurant of lunchroom alleen runnen is bijna onmogelijk. Daar lijkt mij dus weinig nieuwswaardigs aan.

Het aantal en aandeel zzp’ers is in 2014 blijven groeien

Het aantal zzp’ers is volgens de KvK in 5 jaar met 51% is gestegen. Maar ja, (ben ik weer) een fatsoenlijke zzp-definitie is er nog steeds niet, laat staan een aparte status. Voor de Belastingdienst zijn zzp’ers en mkb’ers gewoon zelfstandig ondernemer met winst uit onderneming of een aanmerkelijk belang in een BV. Die zzp-stijging van 51% neem ik dus minder serieus dan andere media.

Zeker omdat de KvK de parttime ondernemers (PT) blijkbaar niet bij de zzp’ers heeft opgeteld, terwijl dat juist de groep is die zichzelf vaker zzp’er noemt, dan fulltime zelfstandigen dat doen.

Verdeling parttime, zzp en grotere ondernemers in 2014 volgens de Kamer van Koophandel

Wel of geen voorteken herstellende economie?

Mijn belangrijkste kanttekening bij een verder best interessant rapport, is dat de KvK met name de lagere faillissementscijfers over 2014 ziet als een voorteken van een herstellende economie.

Ik vraag me vooral af of ze niet gewoon het gevolg zijn van het feit dat  (1) banken sinds 2008 veel kritischer zijn in de verstrekking van kredieten aan bedrijven. En dat er steeds meer (2) parttime ondernemers en (3) ‘zelfstandigen zonder hoge vaste lasten en financiële risico’s’ zijn gekomen.

  1. Het doel van strengere regels bij kredietverstrekking is dat er minder faillissementen komen zodat banken minder hoeven af te schrijven. Tussen 2008 en 2013 zijn als gevolg van die regels vast al heel veel van de bedrijven die de slechte economie en alle veranderingen als gevolg van de digitalisering niet aankonden ‘omgevallen’ (gestopt of failliet gegaan).
  2. Eind 2014 werkte in maar liefst 24% van bedrijven slechts een persoon minder dan 15 uur per week. Volgens het CBS is het aantal Nederlanders met twee ‘banen’ de afgelopen jaren behoorlijk gestegen, waaronder veel zzp’ers. Het lijkt erop dat steeds meer mensen in Nederland parttime voor zichzelf beginnen en/of een broodbaan hebben voor de vaste lasten en een eigen ‘bedrijfje’ voor de voldoening en persoonlijke ontwikkeling. En als je bedrijf niet je belangrijkste inkomstenbron is,  neem je er vast geen grote financiële risico’s in en ontbreekt waarschijnlijk de noodzaak met je bedrijf te stoppen als dat (te) weinig geld oplevert.
  3. Door de technische ontwikkelingen, digitalisering en flexibilisering van de arbeidsmarkt, is het steeds makkelijker en gebruikelijker geworden jezelf te verhuren aan opdrachtgevers. Die manier van ondernemen levert minder vaste lasten en financieel risico op, dan waar de al jaren teruglopende aantallen ondernemers met ‘stenen’ winkel en agrarische bedrijven mee te maken hebben/hadden. Daardoor zal waarschijnlijk een steeds groter deel van de ondernemers een niet renderend bedrijf zelf opheffen zonder dat het tot een faillissement hoeft te komen.

Wat mij betreft was het – als gevolg van een aantal ontwikkelingen – dus wachten op een daling van de faillissementscijfers. En tenzij banken weer massaal de geldkraan openzetten of ondernemers via crowdfunding massaal leningen gaan afsluiten voor risicovolle bedrijven, verwacht ik dat de piek in de faillissementscijfers naar aanleiding van de bankencrisis nu wel ongeveer voorbij is. Maar of dat ook betekent dat onze economie echt aan het herstellen is?

•••••

Dit artikel gaat over de algemene bevindingen van de KvK die zijn gecommuniceerd. Tijdens het doornemen van het jaaroverzicht stuitte ik op boeiende informatie over de succeskansen van startende ondernemers. Daar heb ik een apart artikel aan gewijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Fact: In 2014 maakten minder ondernemers gebruik van de Bbz

Fact: ‘Overlevingskansen’ starters verschillen stevig per sector